zondag 4 april 2010

column werkende moeder: deel 3

Wij vrouwen poepen niet. Tenminste niet op het werk. Wij plassen wel, vooral heel vaak. En het liefst met z’n tweetjes. Dat deed ik al toen ik op de middelbare school zat; altijd samen met mijn vriendinnetjes plassen. Of, zoals mijn trafficer altijd zei: stereo zeiken. Maar poepen, nee. We hebben het daar zelfs nooit over, het is een beetje een taboe onderwerp. Dus ik realiseer me dat er nu een grote groep dames gaat afhaken want wij vinden dit een vies onderwerp. En ook erg gênant. Het is hetzelfde als boeren en scheten laten. Dat doen we niet. Tenminste niet op het werk.

Ooit liet ik per ongeluk een boer in de koffie corner. Ik stond daar met een mannelijke collega en we hadden een drukke periode achter de rug. Dus een beetje uitgeteld roerde ik achteloos in mijn thee, en liet een boer. Het schaamrood stond tot achter mijn oren…..Mannen doen hier niet moeilijk over. Zij boeren, laten scheten en poepen waar het maar kan. Zo goor!
Toch ga ik het hier over hebben. En niet zo zeer omdat ik me wil verlagen tot het mannelijk geslacht, maar omdat me ooit iets zodanig gênant is overkomen, dat ik dit wel met jullie moet delen. Ik was op weg naar mijn werk en daarvoor moest ik een lange brug over. Iedere ochtend stond ik daar in de file. Daar raak je op een bepaald moment aangewend. Je stelt je erop in. Het heeft geen enkele zin je op te winden, daar gaan ze niet sneller van rijden. Dus gewoon je boterham mee, en rustig de dag vast overdenken. Lekker met de muziek van Q-music mee bleren, lachen om de grapjes van Ruud en Jeroen, en netjes aansluiten op de volgende auto. Zo ook deze ochtend. Alleen, toen kreeg ik kramp. En niet zo’n beetje kramp. Zo’n kramp waarbij het zweet je van de rug gutst, ik werd koud en warm en beet op de bovenkant van mijn hand om de pijn te verbijten. God, wat had ik een pijn.
Maar ik stond daar in die file. Kon geen kant op. Kon nergens af. Koortsachtig dacht ik na. Over een paar kilometer komt er een afrit. Wat zit daar? Is daar ergens een tankstation? Zal ik aanbellen bij iemand? Kan ik er überhaupt wel af, want ik sta natuurlijk aan de linkerkant. De centimeters slopen voorbij, voor mijn gevoel duurde ze uren. Kramp op kramp, ik werd er misselijk van. De tranen sprongen in mijn ogen, wat kon ik in godsnaam doen. Uitstappen en dan langs de vangrail gaan zitten? De kramp werd steeds heviger, ik kreeg het steeds benauwder. Na een tijdje de krampen te hebben weg gepuft als zijnde weeën, kreeg ik een lumineus idee. Ik overdacht de voordelen en de nadelen, maar het leek mij de beste optie.
Het lumineuze idee was als volgt. Ik zou het meest dwarszittende drolletje laten komen. Dan zou ik op het werk direct naar het toilet gaan, dit verwijderen, naar de stad rennen voor schoon ondergoed, naar het werk rennen, in het toilet van ondergoed verwisselen. Probleem opgelost. Ik overdacht het nog eens of ik niets over het hoofd zou zien, maar het leek me een prima oplossing. Nog even hoopte ik dat ik het toch kon volhouden zonder dit plan, maar na de zoveelste kramp en de wetenschap dat ik nog wel even in de file zou staan, besloot ik mijn plan ten uitvoer te brengen.
Wat er toen gebeurde…..als een vloedgolf kwam alles los. Binnen een halve minuut zat ik op warm zacht wiebelig kussentje van ontlasting. Ik rook een uur in de wind, maar was wel verlost van mijn krampen. Koortsachtig dacht ik na. En nu? Nu ging de optie van op het werk dit even schoonmaken, naar de stad rennen en weer terug helemaal niet meer op. Hier moest minimaal een sjofel bij komen om dit op te ruimen. En over een half uur had ik een belangrijke vergadering…. Ik realiseerde me dat ik geen enkel alternatief had. Dus belde ik mijn baas, vertelde de smoes dat ik had overgegeven (dat van de diarree ging me toch echt te ver!) en keerde toen ik eindelijk de brug over was bij de eerst mogelijk afslag om naar huis te rijden.
Het was mijn meest genante ervaring. Want ik ben een vrouw. En wij vrouwen poepen niet. Tenminste niet op het werk. Mannen wel. Ik ken ladingen mannelijke collega’s die ’s morgens na de koffie met de krant onder de arm naar het toilet gaan onder de mededeling dat ze even gaan “kleien”. Mijn man hoefde daarom ook helemaal niet te lachen toen ik thuis kwam na dit ongeluk. Hij vroeg alleen of mijn kramp weg was. Hij zou hoogstwaarschijnlijk deze zelfde oplossing hebben gekozen, maar waarschijnlijk al een kwartier eerder. Want mannen vinden poepen, boeren en scheten laten heel normaal.
Waar mannen dan weer moeite mee hebben… in de tijd dat ik borstvoeding gaf moest ik 2 keer per week kolven (de rest van de tijd kon ik mijn dochter voeden omdat ze in het kinderdagverblijf binnen ons bedrijf verbleef, ideaal!) Na maanden (ik heb 9 maanden gevoed) wordt je wel wat lakser met die spullen. Dus op een dag stak het uiteinde van het kolfapparaat uit mijn tas. Een mannelijke collega liep langs mijn bureau. Keek naar mijn tas, en toen naar mij. Goh, sprak hij, ik wist niet dat je astma had. En terwijl hij het zei, zag ik zijn gezicht rood kleuren. Oh nee, gilde hij, het is toch niet. Ja, het is …..

Geen opmerkingen:

Een reactie posten